HVAC-opleidingen, voor en door professionals!
ATIC, de Koninklijke vereniging van de verwarmings-, ventilatie en klimaatbeheersingstechniek, is een kennisinstelling die opgericht werd rond de oorlogsperiode in de vorige eeuw, toen alle installatietechnieken nog in hun kinderschoenen stonden. Sindsdien probeert men bij ATIC de kennis in de sector verder op te bouwen. Joris Mampaey, voorzitter van ATIC, overloopt met Installatie en Bouw de opleidingen die de organisatie aanbiedt en de rol die ATIC speelde bij de omzetting van de Europese norm omtrent warmteverliezen.
De opleidingen van ATIC bestaan al heel lang, maar kenden doorheen de jaren heel wat ups-and-downs. In 2000 kwam de organisatie uit een dipje, mede onder leiding van Joris Mampaey en een aantal actieve leden van de Raad van Bestuur; de organisatie is nu heel actief. “We zijn een club van vrijwilligers die samen voor de fundamentele inhoud zorgen” zegt hij. “Onze lesgevers komen rechtstreeks uit het werkveld. Die filosofie - voor en door de praktijk - proberen we vol te houden. Ik geef zelf bijvoorbeeld ook les, naast mijn dagdagelijkse bezigheden”.
Basismodule en dimensionering
ATIC biedt verschillende modules aan omtrent het ontwerp van technische installaties. Een eerste module betreft de basistheorie van warmteoverdracht voor beginners in de sector. Mampaey: “Wat is comfort? Wat houdt luchtkwaliteit in? Asymmetrische straling? Hoe zit het met glazen façades en wat zijn de consequenties naar licht en temperatuurervaring? Dat zijn vragen die we in zo’n module uitleggen aan de deelnemers”.
Een andere opleiding die wordt aangeboden: Dimensioneren en berekenen van een installatie. “Dat gaat vooral over hydraulica” zegt Mampaey. “Daar vertellen we geen grote nieuwigheden. Wel interessant daarbij is de explosie aan warmte-afgifte-elementen en eindeenheden. Vloerverwarming, ventilo-convectoren, luchtmonden, enzovoort. Op dat vlak is de techniek enorm geëvolueerd. Dat geldt ook voor onze cursussen die over luchtbehandeling en klimatisatie handelen. De basis is min of meer ongewijzigd, maar op het vlak van de toepassing is er veel veranderd. Twintig jaar geleden was er nog geen sprake van warmterecuperatie, bevochtigingssystemen of de koelmiddelenproblematiek. Deze problematiek is slechts het laatste decennium opgekomen.”
Warmteverliezen berekenen
Waar de meeste veranderingen plaatsvinden, is in de evolutie van de warmteverliesberekening. Het eerste document dat daartoe werd ontwikkeld is: “Le cahier de l’ATIC” en werd uitgegeven door de kennisorganisatie ATIC zelf. Dat boekje evolueerde uiteindelijk naar een Belgische norm. “De laatste jaren zie je echter een verschuiving van landelijke naar Europese normen, ook in onze sector. Die normen bieden een Europese kapstok om je naar te richten, maar op het vlak van klimatisatie is er natuurlijk een groot verschil tussen Zuid-Spanje en Noord-Scandinavië. Ook bouwsystemen verschillen: wij bouwen traditioneel bijvoorbeeld erg massief in vergelijking met een buurland als Frankrijk. Daardoor zijn er altijd deelvakken die je als land zelf moet invullen. Die lokale invulling ontbrak in België. ATIC heeft dit gedeelte voor z’n rekening genomen, samen met het WTCB. Het gaat onder andere over de warmteverliezen naar de grond. Er dient hier rekening te worden gehouden met bepaalde ondergrondse waterniveaus, iets wat in een land als Spanje helemaal niet nodig is. Het gaat ook over de typische spouwmuren die in België alom tegenwoordig zijn, en die je in weinig ander landen terugvindt: ze hebben een invloed op de warmteverliezen. Op het vlak van koudebruggen heeft de KU Leuven revolutionair werk verricht in België, ook daar moeten we rekening mee houden in onze lokale vertaling”.